zondag 10 februari 2013

Dag 25




Dag 25
Een liedje dat je laat lachen. (Claudia de Breij)


Geduldig wachtte hij tot de zilveren maan weer even achter de zware wolken verdween.
De dichtbegroeide heg van de immense tuin gaf hem voldoende beschutting tegen allesziende ogen die toevallig voorbij kwamen in de rustige villawijk.
Hij wist dat hij snel zou moeten handelen, niet treuzelen en vooral niet teveel geluid maken.

De maan verzachtte haar stralen en hij wurmde zich zo snel mogelijk door de heg naar de tuin van de buren.

Hij had het allemaal gezien vanmiddag.
De buurman was met een pakje thuis gekomen en ineens was de lucht vol kabaal, de hoge tonen die die bitch van hiernaast uitstootte had hem bijna een gehoorbeschadiging gegeven.
Hij had geen idee of het van blijdschap was geweest of van ongeduld, maar het vrouwelijke gegrom kwam van diep blijkbaar.
Bah, ze was een door en door verwend nest.
Op hoge poten, met haar neus naar boven gericht, liep ze altijd door de wijk alsof de lucht die ze inademde speciaal voor haar werd gefilterd.
In het begin, toen hij hier pas woonde, had hij nog wel eens geprobeerd om dicht bij haar in de buurt te komen. Tevergeefs.
Ze keek hem altijd aan alsof hij zojuist uit een vuilnisbak was gekropen.
Maar vanmiddag had hij haar in opperste extase een gat zien graven om daar het gekregen voorwerp te verstoppen. Vanuit zijn eigen kamerraam had hij het vreemde schouwspel met verbazing zitten bekijken. Zo vuil had hij haar nooit gezien. Het moest op de een of andere manier echt wel een waardevol voorwerp zijn. Maar waarom zou ze het begraven?

In elkaar gedoken om zichzelf zo klein mogelijk te maken sloop hij over het gladgeschoren gazon naar de groene struiken die achter de klaterende vijver stonden.
Hij wist bijna zeker waar de plek was en zag tot zijn verbazing het hoopje aarde dat willekeurig terug was gegooid op het gat.
Vrouwen, niet echt de slimsten blijkbaar.

Een laatste snelle blik om zich heen. Niemand in de tuin of op straat zo te horen en te zien.
Met een triomfantelijke blik in zijn ogen begon hij snel te graven.
Het zand viel in stoffige korrels rondom hem neer, geen tijd om netjes te werken, jammer dan.
Binnen no time stuitte hij op iets hards.
Snel pakte hij het voorwerp op en keek om zich heen.
Plotseling zag hij een miniem lichtstraaltje vanuit de keuken van het grote huis.
Tussen een spleet in de gordijnen zag hij de bitch naar hem kijken.
Zijn hartslag maakte overuren, seconden leken minuten.
Oogcontact.
Hij was betrapt.
Hij zag de woede in haar vurige ogen en het geluidloze geschreeuw dat ze klaarblijkelijk uit haar lijf perste.

Triomferend rende hij terug naar de heg maar hield even stil bij het keukenraam.
Met een spottende blik bekeek hij haar machteloze razernij, legde zijn buit even op het gras en maakte een vreugdedansje.
Hij pakte snel zijn gevonden schat op en rende verder, door de heg, langs de zijkant van zijn eigen huis naar de openstaande schuifpui en gleed met een noodgang over het gewaxte parket naar binnen.
Met een grijns nestelde hij zich in zijn mand en begon verlekkerd aan het bot te knagen.
Ze had gelijk gehad, het was inderdaad waardevol genoeg om te begraven. Maar de teef zou er nu wel spijt van hebben dat ze het niet zelf had afgekloven.

©José '13









7 opmerkingen:

  1. Geweldig verhaal José, heb ervan genoten. He liedje is ook super

    Fijne zondag.

    Alaaf yvon

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel!! Sorry late reactie, mijn internetverbinding was van het padje;-)

      Verwijderen
  2. Het verhaal en het liedje zijn helemaal leuk, lekker liedje, ik heb even zitten swingen op mijn stoel.

    Liefs
    Tanja

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel! Je krijgt er wel swing-neigingen van inderdaad;-)

      Verwijderen
  3. Geinig liedje, weer heel wat anders! :)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zoals je al door had, je kunt met mij alle kanten op (behalve de goeie;-))

      Verwijderen
  4. He deze staat er wel op, nu snap ik het dus echt niet meer haha, ben misschien een beetje aan demeteren, aan de carnaval kan het nl niet liggen

    BeantwoordenVerwijderen