Kleine sneeuwvlokken dwarrelen als
lichte veertjes door de lucht.
De wereld lijkt kleiner door het zachte
witte donsdekentje dat over de straten en gebouwen valt.
Ze voelt hoe de wind speels haar
lichtblonde lokken optilt en verwaaid.
Met een ongeduldig gebaar veegt ze het
haar uit haar betraande ogen en plakkerige gezicht.
Ze kan het niet helpen, ze blijft maar
snotteren. Zelfs het idyllische uitzicht vanaf de Martinitoren kan
haar niet bekoren vandaag. Balancerend op haar tenen kijkt ze met een
vertroebelde blik door haar tranen naar beneden.
Ze had het “Wegens verbouwing
gesloten” – bord genegeerd en was over de hekken geklommen.
Het was rustig op de vroege morgen,
waarschijnlijk ook door het winterse weer, maar daar was ze wel blij
mee. Geen pottenkijkers of betweters die haar van haar voorgenomen
plan af wilden houden. Nee, ze had het wel gehad, klaar was ze er
mee. Nog nooit had ze zo'n vernederende Valentijnsdag gehad. Geen
bloemen, geen bonbons, zelfs geen kaartje van een anonieme aanbidder!
Uitgerangeerd was ze. Niet meer
aantrekkelijk genoeg om nog mee te doen met het grote flirtspel. Niet
goed meer in de markt liggend op haar vijfentwintigste, hoe triest.
Basta!
Ze voelt hoe de broze stenen onder haar
voeten langzaam afbrokkelen en begint toch wel enigszins in paniek te
raken. Wie zal haar hier vinden, zal het lang duren voor ze haar
missen en hoe zal ze er in godsnaam bij liggen? Hevig snikkend leunt
ze een beetje voorover.
Ze schrikt van een barse stem achter
haar.
'He, ben je nou helemaal gek geworden!
Kom onmiddellijk van die toren af!'
Ze verliest haar evenwicht, valt
voorover en ziet hoe de grond in sneltreinvaart naar haar toe lijkt
te komen.
De aannemer rent naar het blondje en
ziet dat ze plat op haar neus terecht is gekomen, hij staat iets of
wat uit het lood. Voor de rest lijkt het mee te vallen.
'Ben je nou helemaal besodemieterd
dame! Weet je wat het kost om die toren weer te herstellen!'
Voorzichtig staat ze op en beseft dat
het toch niet zo'n goed idee was.
'Nou, maak je dat je weg komt voor ik
de politie bel!'
Verschrikt kijkt ze de man aan, zijn
woedende ogen spreken boekdelen.
Toch vind ze hem op een bepaalde manier
woest aantrekkelijk.
Terwijl ze langzaam achteruit loopt
knipoogt ze naar de man.
Ze ziet hoe zijn ogen verzachten en
slaakt een intense zucht. Gelukkig is nog niet alle hoop vervlogen.
De aannemer schudt zijn hoofd en kijkt
op zijn tekening.
'Veel interactiever moet het toch niet
worden!'
©José '12 ;)
Fictie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten