T van Typisch
Ik ga je toch een van mijn favorieten
in de maag splitsen op deze #MuzikaleVrijdag - de 13e :-P
Echt een typische jaren 80 band – het
zogenaamde new-wave tijdperk dat zoveel moois in gang bracht.
Voorlopers van de grunge en postpunk,
bepaalde rock en zelfs Gothic kwam daarna in alle hevigheid tot een
uitbarsting.
Met zijn opmerkelijke zanger – Robert
Smith – was The Cure best wel een toonaangevende band. Het feit dat
Mr. Smith vaak depri en zelfs ooit suïcidaal was maakte hun stijl en
geluid alleen nog maar mysterieuzer en donkerder. Een stortvloed aan
hits en albums maakt voor mijn gevoel The Cure een van de grote
“klassiekers”.
A Forest is wat mijzelf betreft de
knaller die een diepe indruk maakte en dat is in feite altijd zo
gebleven. Typisch – apart en vaak al bij de eerste twee noten
herken ik hun muziek uit duizenden … kan er ook niks aan doen ;-)
Geïnspireerd door a Forest schreef ik
ooit het volgende korte verhaal – duister en een beetje creepy.
A Forest.
Met ingehouden
adem stapt ze zo voorzichtig mogelijk uit bed, ervoor wakend dat ze
niet op de krakende vloerplank terecht zal komen.
Op haar tenen
sluipt ze naar de deur en wacht met openen tot ze het harde geluid
van zijn gesnurk hoort. Even zorgvuldig sluit ze de deur weer achter
zich.
Op haar hoede
loopt ze zo snel mogelijk door het kleine solide houten huis naar de
kamer die het verst verwijderd is van de slaapkamer. Het gepiep dat
ze hoort bij het openen van de deur doet haar hart bijna stilstaan.
Ze wacht even of ze gestommel hoort aan de andere kant van het huis
en haalt opgelucht adem bij de bijna serene stilte die haar omringd.
Het raam is de
enige optie, daar was ze inmiddels wel achter gekomen.
Met al haar kracht
probeert ze zo geruisloos mogelijk de grendel eraf te schuiven.
Het zweet staat
inmiddels op haar voorhoofd en ze maant zichzelf in stilte om vooral
rustig te blijven.
Ineens schiet de
grendel van zijn plek en opgelucht schuift ze het onderste deel
langzaam naar boven.
De frisse bries
geeft haar een gelukzalig gevoel, een nieuwe energie stroomt met
kracht door haar lijf.
Ze zwaait haar
rechterbeen door het raam en schuift voorzichtig haar billen op het
kozijn.
Ze weet dat de
grond maar een klein stukje lager is en laat zich bedachtzaam zakken
terwijl ze haar linkerbeen nu ook naar buiten zwiept. Een klein
sprongetje en ze staat buiten.
Opluchting maakt
echter snel plaats voor angst als ze om zich heen kijkt.
Zo ver haar oog
reikt ziet ze alleen maar uitgestrekt bosgebied en ze heeft geen
flauw idee welke kant ze op moet om de bewoonde wereld te bereiken.
Maar het enige dat
ze nu moet doen is zo ver mogelijk bij het huis vandaan zien te
komen.
Op haar blote
voeten, slechts gekleed in haar slipje en shirt, rent ze naar de
dichtstbij gelegen bomen en verdwijnt ertussen.
Zigzaggend rent ze
zo snel ze kan tussen de hoge bomen door, terwijl ze met haar armen
zoveel mogelijk de zwiepende takken uit haar gezicht probeert te
weren.
Ze voelt hoe het
zweet over haar lijf gutst en het shirt aan haar huid plakt.
Ze moet af
en toe stoppen om op adem te komen, haar conditie is ongeveer nihil
na zo'n lange tijd opgesloten te hebben gezeten met niet meer
bewegingsvrijheid dan een tiental meters.
De
pijnscheuten in haar zij doen niet onder voor haar pijnlijke
voetzolen. De harde takken en scherpe bladeren dringen steeds dieper
de weke huid binnen.
Als
ze weer even stilstaat spits ze haar oren, hopend op een geluid dat
er op duidt dat ze in de buurt van een weg is.
Maar
alles wat ze hoort zijn bosgeluiden, de wind die door de boomtoppen
blaast, het lichte geruis van de bladeren, een vogeltje dat vroeg
wakker is, dingen waar ze normaal gesproken van zou genieten. Maar ze
moet verder en liefst zo snel mogelijk.
Met
tussenpozen blijft ze rennen, zo hard als haar intussen bloedende
voeten haar kunnen dragen.
Moe
en dorstig vervloekt ze zichzelf dat ze niet beter voorbereid is.
Kwaad op diegene die haar dit aangedaan heeft.
Tranen
van onmacht lopen over haar wangen als ze voorover gebukt staat uit
te hijgen met haar handen in haar zij.
De
zon komt al op en ze kijkt om zich heen, de uitdrukking door de bomen
het bos niet meer zien krijgt ineens een hele realistische betekenis.
Uren
moet ze al gelopen hebben, maar nog steeds hoort ze niks nieuws,
niets dat haar enigszins hoopvol stemt tenminste.
Kwaad
laat ze zich op haar knieën vallen en slaat moedeloos met haar
vuisten op de vochtige aarde.
Uitgeput
gaat ze even liggen en kijkt door het hoge bladerdek naar de zon die
een paar sterke straaltjes naar haar besmeurde gezicht stuurt.
'Heel
eventjes mijn ogen sluiten, heel even maar'.
Paniekerig
opent ze haar ogen als ze een zacht gegrom hoort.
Ze
kijkt recht in een paar gemene ogen en het gegrom wordt feller.
Scherpe
tanden ontbloot in een kwijlende bek, wachten op een bevel om haar
aan te vallen.
Een
benauwende angst overvalt haar, ze voelt hoe haar hart bijna uit haar
borstkas springt.
Een
huivering trekt over haar ruggengraat als ze opkijkt en de zwarte
ogen ziet die op haar neerkijken.
'Je
kon het niet laten dus, het beetje vertrouwen dat ik je gegeven heb
heb je misbruikt. Het was ijdele hoop om te denken dat je zoveel van
me houdt dat je me nooit zou verlaten.
Je
bent al net zo'n hoer als je moeder, je weet niet hoe snel je de
benen moet nemen nu ik je wat meer vrijheid geef. Hier zul je
natuurlijk voor moeten boeten dat snap je hoop ik ook wel.
Sta
op!'
Aarzelend
staat ze op, pijnscheuten gieren door haar volledig uitgeputte
lichaam.
Een
eenzame traan biggelt over haar wang als ze hem smekend aankijkt.
'Met
huilen bereik je niks, dat heeft je moeder lang genoeg geprobeerd.
Het ondankbare nest heeft zich letterlijk dood gejankt. Ik dacht dat
jij anders was. Nou opschieten, lopen!'
Strompelend
zet ze haar ene voet voor de andere, haar uiterste best doend om niet
te vallen.
Ze
hoort de hond vlak achter zich. Zijn gehijg en gegrom bijna voelend.
'We
hadden toch een deal samen? Je neemt je moeders plek in, tot de dood
ons scheidt. Of niet soms?'
Met
een droge mond en gebarsten lippen probeert ze geluid uit haar keel
te persen.
'Ik
hoor je niet! Wat zeg je?'
'Ja-a
papa, tot de dood ons scheidt'.
Tevreden
knikt hij.
©José
Geniet
van je weekend en geniet van de bossen – kijk niet teveel achterom maar loop je toekomst tegemoet
;-) x
Wat zielig! Maar om te lezen,. hou ik wel van zo een einde. Je opbouw is als vanouds uitstekend. Beste José, wanneer ga jij eens een bundel korte thriller-verhalen uitgeven? Ipv recensies over anderen te schrijven :) ? Karin
BeantwoordenVerwijderenBest een spannend verhaal José. Ik zat zowaar te rillen....
BeantwoordenVerwijderenJa, de toekomst tegemoet lopen, goed idee, misschien af en toe toch even achterom kijken:-) voor de veiligheid:-)
Fijn weekend!!
Geweldig mooi geschreven José, aks jij een bundel uit gaat geven koop ik due meteen al ben ik niet van de thrilkers, maar je schrijfwerk spreekt me enorm aan☺ ook een mooie song erbij.
BeantwoordenVerwijderenFijne week, groetjes Yvon